Hij ging van de entertainmentwereld naar het ondernemerschap in theaters. Albert Verlinde (62) zit al ruim 25 jaar in het vak als theaterproducent en is inmiddels een van de grootste ondernemers in de Nederlandse entertainmentindustrie.
Tijdens zijn carrière staat Albert regelmatig voor de keuze: een productie die na aan z’n hart ligt of luisteren naar zijn zakelijke instinct. Maar als het aan hem ligt is het geen keuze en combineert hij beiden. “Wat ik nu wel heb, ik word 63 dit jaar. Ik wil geen bedrijf meer, ik wil mijn eigen leven leiden, de hond uitlaten, lekker sporten. Ik ga geen heel bedrijf meer runnen met excelsheets en boardmeetings. Die tijd heb ik gehad.”
De succesformule
Alweer 25 jaar geleden richtte Albert, samen met goede vriend Roel Vente, V&V Entertainment op om daar als creatief directeur aan de slag te gaan. De eerste show die hij als theaterproducent produceerde was de musical ‘Piaf’ met Liesbeth List in de hoofdrol. De musical ging in oktober 1999 in première en was meteen een grote hit met meer dan 100.000 bezoekers.
Een van de succesformules van zijn bedrijf leerde hij bij de musical ‘Barnum’ van Joop van den Ende waar hij een rol in speelde. De productie werd een flop, maar bleek later een van de belangrijkste lessen te zijn waar hij in zijn eigen bedrijf de vruchten van plukte: iedere productie moet een titel hebben die aanspreekt én een ster. ‘Piaf’ met Liesbeth List was daar natuurlijk het perfecte voorbeeld van. “Dat scheelt gewoon zoveel marketing uitgaven. Je kunt de productie in één zin uitleggen. En dat is ook mijn motto binnen het bedrijf geworden.”
Altijd bij nul beginnen
Maar, alles in één zin kunnen samenvatten is niet zijn enige succesformule. “Het geheim van mijn systeem, zoals ik die ook bij Stage Entertainment heb toegepast, is toch wel echt: durf creatief te zijn. Durf iedere keer weer op nul te beginnen. De kennis hebben we wel. We weten hoe we een musical in de markt moeten zetten. Maar het moet geen trucje worden. Als het een soort checklist is die je afwerkt is het niet goed.
“Ik vraag iedere keer weer opnieuw: hoe gaan we casten, hoe gaan we uitstraling doen, de marketingcampagnes, de pr. Ik ben iemand die continue durft om bij nul te beginnen en de vragen durft te stellen. Zo blijf je creatief en nadenken over hoe denken anders kunnen, of slimmer. En op het moment dat ik directeur werd van Stage Entertainment was daar binnen het bedrijf kennelijk ook heel veel behoefte aan.”
Liefde versus omzet
Na 5 jaar stapt Albert op als directeur, omdat hij voelde dat zijn rol was uitgespeeld en hij op een andere manier theater wilde maken die verder ging dan puur omzet genereren. Toch waren de jaren bij Stage Entertainment van grote waarde voor zijn zakelijk inzicht. Waar Albert voorheen vooral maakte wat hij leuk vond, is hij daar voorzichtiger in geworden: “Ik heb geleerd dat je onderzoek moet doen voordat je een productie gaat starten. Heel logisch ook, want je hebt het snel over een investering van zo’n 5 miljoen voor een musical. Dat moet wel terugverdiend kunnen worden.”
Dat neemt niet weg dat hij soms ook risico’s neemt. Zo vertelde iedereen hem dat ‘Dagboek van een Herdershond’ geen kans van slagen zou hebben, omdat er geen publiek zou zijn voor zo’n oubollig stuk. Tegen alle verwachtingen in bleek het een groot succes. “Soms wint de intuïtie het toch en is de liefde voor het theater leidend in plaats van commercieel denken.”
Jesus Christ Superstar
Inmiddels is Albert’s ‘jubileumproductie’ in première gegaan: de rockmusical ‘Jesus Christ Superstar’ met Jeangu Macrooy als Jezus. Zondag om 16:00 uur vertelt hij er alles over in ‘Zondag op Vier’ bij RTL4.
Geef een reactie